dimanche 30 octobre 2016

De Dom van Milaan: de triomf van de neo-stijlen



Op onze city trip naar Milaan in oktober 2016 logeerden wij op een paar honderd meter van de dom. Wij kennen het Domplein dan ook als onze broekzak. En wij gingen niet alleen op het dak, maar keken ook achter het decor.
Het plein voor de Dom lijkt alsof het sinds eeuwen zo is. Iedere generatie heeft er iets aan toegevoegd en het plein lijkt vandaag perfect. Maar in feite is heel die omgeving, dom incluis, anderhalve eeuw oud. En hiermee zit ik op een gemeenschappelijk stokpaardje met mijn broer Jozef: vele grote stadsgezichten die wij kennen  zijn het Disneyland van het opkomende kapitalisme van het eind van de 19de eeuw. Brugge is daarvoor natuurlijk een schoolvoorbeeld, maar ook Sienna, Keulen en Milaan zijn van dat.
Ik inspireerde mij hiervoor op een verbluffende blog van Emanuela Pulvirenti: “Il vero e il falso in architettura”. Wat is er vreemd aan de gevel van de dom? Boven deuren en vensters hebben wij driehoekige classicistische frontons en niet de ogieven van de gotiek. Cardinale Carlo Borromeo vroeg aan zijn architect in ‘romeinse’ stijl te werken, en niet in de gotiek van het protestantse Noorden. En die romeinse stijl was de barok van de Contra-reformatie. Op het einde van de 19de eeuw discuteerde men nog altijd over hoe de gevel van de dom er moest uit zien: gotiek of Lombardisch. Het is geen neogotiek geworden, maar het blijft neo.
Ik kende wel iets van die discussie over (neo)gothiek, maar die tegenstelling tussen de ‘romeinse’ Lombardische stijl en Noordse protestantse gotiek was voor mij iets nieuws.

Hoe hoog wordt onze Dom?

Ajouter une légende
De bouw van de Dom van Milaan in zijn huidige vorm is begonnen in 1386 door Giangaleazo Visconti (vicomte: burggraaf). Hij begon niet van een tabula rasa: Milaan had een dubbel-kathedraal: Santa Maria Maggiore in de zomer, en de basiliek Santa Tecla in de winter. De nieuwe dom van Visconti gebruikte trouwens de gevel van Santa Tecla. Die is slechts afgebroken in 1683! En die twee kerken hadden elk hun kapittel. De discussie over welke kannuniken de belangrijkste waren – die van Tecla of Maria maggiore- was eeuwen later nog niet opgelost!
Visconti wilde het gebouw in marmer van Candoglia: iedere blok voor de Duomo kreeg het merkteken AUF (Ad Usum Fabricae): er mocht geen tol op worden geheven. Nu nog wil « a ufo » zeggen: gratis.
In 1391 wordt de wiskundige Gabriele Stornaloco geraadpleegd over de hoogte van het gebouw.
Gabriele Stornaloco, schema Dom( volgens Beltrami 1895)
Men was dus aan die kathedraal begonnen zonder te weten hoe hoog ze zou worden. Stornaloco gebruikte hiervoor de principes ‘ad triangulum’ of ‘ad quadratum’. Hij ging uit van de maten van de grondvesten en kadert het geheel in een patroon van vierkanten en gelijkzijdige driehoeken. De hoogte van het middenschip bijvoorbeeld komt overeen met de hoogte van de grootste driehoek ABC; vervolgens wordt deze hoogte de maat voor de hoogte van de gewelven.
Volgens Steven Surdèl is die middeleeuwse bouwgeometrie een mythe, en is Stornaloco's
‘triangulatuur’ niet meer als een schets in de vorm van een gelijkzijdige driehoek. De vader van de mythe is de Milanese bouwmeester Cesare Cesariano die in 1521 De architectura libri X van Vitruvius vertaald had (geschreven rond 25 v.Chr.; de man van Vitruvius is van hem. Da Vinci moet hem copyright). 

Alleen heeft Vitruvius in zijn tien boeken niets geschreven wat van ver of van bij op triangulatuur trekt, maar Cesariano publiceerde een houtsnede van de Milanese Dom, zoals die naar zijn mening volgens de triangulatuur moest zijn gebouwd. 
Cesare Cesariano, triangulatuurschema  Dom
Voor de rest heeft Cesariano aan de Dom niet veel gedaan. Deze tekening uit 1391 is tijdens de renaissance ten onrechte geïnterpreteerd als een authentiek voorbeeld van middeleeuwse triangulatuur. Cesariano was trouwens grotendeels vergeten tot Luca Beltrami in 1887 opnieuw het debat over het schema van Stornaloco oprakelde.
Luca Beltrami: Milaan, Domkerk.

Over die triangulatuur zie ‘Met passer en winkelhout’.

De “facciata a capanna“ van Buzzi

project Tibaldi
De heilige aartsbischop Carlo Boromeo vroeg in 1580 een nieuw project aan Pellegrino Tibaldi maar deze bouwmeester stierf in 1584 en dit stopte alles. Wij zijn nog ver van de vorm van de gevel die wij nu kennen maar de romeinse elementen zijn dominerend met onder andere de classicistische driehoekige frontons boven deuren en vensters..
In 1638 werd Carlo Buzzi architect van de Fabbrica del Duomo. In 1647 werkt hij twee projecten uit, waarvan één met torens aan weerszijden van de gevel. Zes jaar later presenteerde Buzzi een nieuw project, met de hulp van Bernini, die de vorm benadert die wij nu kennen.

Wij vinden hier de typische “facciata a capanna“ terug, die zo typisch is voor de gevels in Lombardije. A capanna is eigenlijk een hut. Maar die gevel bestond enkel op papier, de kerk was nog altijd onaf,  incompiuta. Ik vind
In 1683, vijftig jaar later, werd begonnen met de sloop van de oude gevel van de romaanse Santa Tecla.

De Madonina: aiming point voor Bomber Harris

Tussen 1765 en 1769 werkt Francesco Croce de viering- of lantaarntoren uit, met de « Madonina » er boven op. In 1944 werd die vergulde Madonina met vodden afgedekt om de geallieerde bommenwerpers geen doelwit te bieden. Zonder veel succes. Eind 1942 begon Sir Arthur Harris van het Bomber Command tapijtbombardementen tegen de “industriële driehoek Milan, Turijn, en Genua. Harris had de dom aangeduid als ‘aiming point’. Hij begon op 24 oktober 1942 met 73 Lancasters die 135 ton bommen smeten waaronder 30.000 brandbommen. Op 14 februari 1943 dropten 142 Lancasters 110 ton explosieve bommen and 166 ton brandbommen o.a. op de Alfa Romeo fabrieken en het koninklijk paleis. In augustus 1943, na de val van Mussolini, verhoogde Harris de druk om de Badoglio-regering te doen plooien. 600 gebouwen gingen plat en ook de Pirelli fabriek. Midden augustus werd vier nachten na elkaar gebombardeerd met onder andere 245 blockbusters en 500.000 brandbommen waardoor een vuurstorm ontstond. Er waren ‘maar’ 700 doden omdat 900.000 van de 1,15 miljoen inwoners de stad hadden verlaten. De helft van de huizen was beschadigd, en 15% vernietigd met 250.000 daklozen…

Napoleon en Sint Napoleon

Na de Madonina vielen de werken terug stil. Er was iemand als Napoleon nodig voor de afwerking. Hij deed daarvoor beroep op Felice Soave die teruggreep naar het project van Carlo Buzzi.

In juni 1805 decreteerde Bonaparte dat de gevel moest af zijn voor zijn kroning als koning van Italië. Let wel: hij betaalde niet uit eigen zak maar beval het geld uit de kerkkas te nemen. Hij zou het later terugstorten maar dat geld heeft de kerkfabriek nooit gezien. Na de dood van Soave werkten Amati en Zanoia het project min of meer af. In 1813 zette Napoleon als bekroning het standbeeld van St. Napoleon op een van de gevelspitsen aan de zuidkant van deterrassen. Na de val van Napoleon werd er op een laag pitje verder gewerkt, tot 1884.

De internationale prijsvraag van 1884

Een erfenis van Aristide De Togni van ongeveer 900.000 pond was de aanzet om een internationale prijsvraag te organiseren voor de gevel, onder de nu welig tierende historicistische impuls in heel Europa. Honderdtwintig architecten uit de hele wereld schreven daarvoor in. En terug laaide het debat over de stijl van de gevel op: gotisch, met twee zijtorens, of Lombardisch romaans. De winnaar werd Giuseppe Brentano. Ook Brentano ging terug naar Carlo Buzzi. Brentano had goede contacten met de zoon van Viollet-le-Duc. Hij zag door zijn vroegtijdige dood de voltooiing niet. Hij kreeg wel een gedenkplaat in de dom waarop een maquette van zijn ontwerp is te zien. 

De falconatura                           

In de twintigste eeuw werd verder gewerkt aan de falconatura, de versiering. 2500 beelden in totaal. En binnen nog 1000 beelden, waaronder de gevilde Bartolomeus, die zijn eigen huid draagt.
Pugile
Duce met tulband?
Het is de moeite waard om die van dichtbij te gaan bekijken. Men kan het dak van de dom zien vanop de terrassen van de restaurants op de dakverdieping van het winkelcomplex La Rinascente (via een lift in de winkelgalerij). Maar er is ook een lift die je direct op het dak van de dom brengt (ietsje goedkoper te voet); daar zijn ook lange files maar als met op het einde van de dag gaat, op minder drukke dagen, is men op een kwartier boven.
Bij die 2000 beelden staan Dante Alighieri, maar ook een pak beelden van recente makelij. Men heeft blijkbaar bij iedere restauratie de beeldhouwers laten doen. De dirigent Arturo Toscanini staat er bijvoorbeeld tussen (+1957) en Verdi en Vittorio Emanuele, de afgezette koning die in ballingschap stierf in 1947.
We zien er ook tennisraketten, materiaal voor bergklimmen en rugby ballen.
Met zijn rug naar de Madonina staat Primo Carnera, de eerste Italiaanse wereldkampioen boksen, in 1933. Mussolini zou er ook ergens tussengestaan hebben, en sommigen zien in de 'Duce met de tulband’ de kop van Mussolini. Hij heeft er waarschijnlijk tussen gestaan, maar men heeft zijn beeld weggehaald na de oorlog. De fasces heeft men gelaten.
In 2015 was op dat dak een tentoonstelling met beelden van Tony Cragg, waarvan wij in Wuppertal een beeldenpark bezochten.

Het beeldenkerkhof in Candoglia

Voor de oorspronkelijke beelden moet je naar Candoglia,
de marmergroeve waar vanaf het begin de stenen gehaald werden, aan het Lago Maggiore, op honderd kilometer van Milaan. Dit marmer is zeven eeuwen gebruikt voor de Dom, vanwege zijn roze en grijze aders, en zijn mooie korrel die het licht weerkaatst. Maar dit marmer is het slachtoffer van zijn kwaliteiten: het is poreus en gevoelig voor vervuiling.
Men heeft bij die steengroeve het marmeren leger van de dom opgesteld. Mark, de evangelist, is zijn handen kwijt, maar heeft nog steeds een alerte leeuw aan zijn voeten. En rondom staan honderden heiligen in het gelid, en dieren, en groteske gezichten, en engelen en engeltjes.

Longh comm la fabbrica del Domm

Wij hebben gezien hoe de Veneranda fabbrica del Duomo eeuwen heeft nodig gehad om zijn gebouw af te werken. Vandaar ‘Longh comm la fabbrica del Domm’. En waarschijnlijk had dit nog wat aangesleept waren er niet de plannen gekomen voor de aanleg van een groot plein voor de dom, met een enorme winkelgalerij. Die gevel van de Dom was alleen het decor.  Een hele stadswijk werd gesloopt voor de galerij Emmanuel II. Deze galerij was het sluitstuk van een ‘saneringsoperatie’. Maar dat is voor een volgende blog.


Aucun commentaire: