dimanche 26 octobre 2014

Citytrip Wenen october 2014- Deel I

Wij rondden onze fietstocht Passau- Melk af met een citytrip naar Wenen. Multimodaler kan het niet: met de wagen naar het station in Herstal; de trein naar Charleroi; met de TEC naar Gosselies; met Ryanair naar Bratislava; een bus naar het centraal station Hlavna Stanica van Bratislava en een trolley naar het centrum. Van Bratislava naar Wenen met een catamaran. Terugreis met de metro naar het station Sudtirolerplatz (vlakbij het nieuwe centraal station, het vroegere Sudbahnhof) en vandaar met de shuttle (de goedkoopste manier) direct naar het vliegveld van Bratislava in anderhalf uur.  
Er is er ook een verbinding Wenen- Bratislava met een historische draagvleugelboot Twin City Liner, maar dat is wel veel duurder…. Voor de ostalgieken: die City Liner is in feite een Meteor Voshkod of Raketa, zoals er een aantal gebouwd zijn in de URSS. Zie  http://www.youtube.com/watch?v=6MsiOp527Gg en http://www.youtube.com/watch?v=ujp5zBGfTH0

Van Bratislava naar Wenen met een catamaran.

Wij hebben grenzen in onze kop. Geen haar op mijn hoofd dat eraan dacht naar Wenen te gaan via Slovakije. Nochtans zijn de twee hoofdsteden maar zestig kilometer van elkaar. In 1918 beslisten de overwinnaars het Oostenrijks Keizerrijk op te doeken.  In het verdrag van Saint-Germain-en-Laye van december 1919 werd het Habsburgs Keizerrijk ontbonden in zes staten. De Oostenrijkse delegatie was niet uitgenodigd op de onderhandelingen en de boze Wenenaars staken de Franse ambassade in brand. De Tchechen en de Slovaken hadden gevraagd een land te vormen. De Sudetenduitsers vormen een taalkundige minderheid in het nieuwe Tchecoslovakije. Bratislava weigerde echter deel uit te maken van Tchecoslovakije en riep de vrijstaat Wilsoncity uit. In januari 1919 moet het Tchecoslovaakse leger de stad innemen. De stad krijgt de naam Bratislava in plaats van het slovaakse  Prešporok of het duitse Pressburg.
Desondanks –of juist daarom? - kozen de Slovaken die stad – daarbij nog helemaal aan de buitenkant van het land gelegen - als hoofdstad wanneer ze in 1992 afscheiden van Tchechië. Dat is dank voor stank.
Het oude centrum van Bratislava is niet zo groot maar toch een bezoekje waard. We bezochten er het roze paleis van de kardinaal (we komen tenslotte uit het prinsbisdom Luik) waar de vrede getekend werd tussen Napoleon en de Oostenrijkse keizer na de slag bij Austerlitz, de slag van de drie keizers in 1805. Men spreekt meestal over de vrede van Presburg zoals de stad noemde in die periode. Deze gebeurtenis wordt weinig uitgespeeld door de toeristische dienst van Bratislava. Ik begrijp deze discretie niet zo goed: zij hebben tenslotte niet die slag verloren, maar de Oostenrijkers?
De St. Martinsdom was het toneel van maar liefst 19 keizerkroningen. Daarmee probeerden de Oostenrijkse keizers het rumoerige Hongarije te paaien: voor de kroning zakten ze van Wenen naar Presburg af. Paris vaut bien une messe…
De St.Elizabethskerk in opvallend licht blauw, alhoewel zij orspronkelijk in andere pastelkleuren was.  Ze is ons eerste contact met de Secesssion. Gebouwd in  1907 en opgedragen aan Elisabeth, niet de Sissi, maar de heilige Elisabeth van Hongarije. Ze is een ontwerp van de Hongaarse architect Ödön Lechner. Deze kerk vertegenwoordigt Slovakije in Mini-Europa in Brussel. Ze ligt in de periferie van de Oude Stad.
Het kasteel ligt 85 meter boven de stad. De Hongaarse kroonjuwelen werden er bewaard. In 1811 werd het kasteel grotendeels verwoest door een grote brand aangestoken door soldaten die geacht werden de stad te beschermen tegen Napoleon. De burcht bleef 150 jaar een ruïne, tot in 1953 werd begonnen met een reconstructie (Bratislava stelt het soms voor alsof het communisme niets gedaan heeft voor het behoud van het patrimonium, maar dat is onjuist).

De bootreis van Bratislava naar Wenen is de moeite waard. Op 13 kilometer van Bratislava geven de ruïnes van het Devin kasteel hoog boven de Donau, de grens tussen Oostenrijk en Slowakije aan. We varen door het nationale park Donau-Auen, een beschermd natuur- en overstromingsgebiedgebied

De Donau

het Majolikahaus
Wenen ligt eigenlijk aan de monding van de Wien die uit het Wienerwald komt. Dat stroompje is met de stadsuitbreiding in de 18° eeuw overwelfd. De Naschmarkt bijvoorbeeld staat bovenop de Wien. Men heeft er de Rechte en Linke Wienzeile. De grote architect Otto Wagner heeft er een paar mooie gebouwen neergepoot. In het stadspark heeft men de Wien onlangs terug blootgelegd.
Zoals in Luik slingerde de Donau in de vlakte onderaan de historische stadskern. Einde 16° eeuw werd het Donaukanal gegraven. De oude stad bevond zich op de rechteroever van dat Donaukanal, eigenlijk een zijkanaal van de Donau. Zijkanalen waren zowat overal de eerste kanalen, om een regelmatige scheepvaart te garanderen. Ons hotelletje lag vlak bij de Schwedenplatz, aan dit Donaukanaal. Onze catamaran meerde aan op honderd meter van ons hotel.
De linkeroever liep regelmatig onder water en overal waren kleine eilandjes. 
Toen Oostenrijk in 1809 de vrede van Presburg verwierp, nam Napoleon Wenen terug in. Aartshertog Karel trok zich terug op de linkeroever na al de bruggen vernietigd te hebben. Maarschalk Lannes verschanste zich op het Donaueiland Lobau, ondanks het vuur van de Oostenrijkse kanonnen. Lobau werd uitgebouwd tot een uitvalsbasis voor de Franse troepen. Op 5 juli trokken 162.000 franse grognards de Donau over en versloegen de Kaiserlich-königliche Armee. Het kostte Napoleon wel twee dagen, en de verliezen draaiden rond 35.000 man aan de twee kanten. Zodat sommigen Wagram het begin van het einde noemen voor Napoleon.
Au, in het Waals ‘awe’, is een aanduiding voor een overstroombaar gebied. Op die linkeroever zijn een pak plaatsnamen waar Au in voorkomt zoals Lobau, de Augarten, Freudenau, Brigittenau… In die overstroombare gebieden werd in de 19° eeuw meer en meer gebouwd en werd de waterhuishouding een belangrijk probleem.
schwedenbrucke
In 1870 verbreedde de firma Castor, Couvreux et Hersent, die het Suezkanaal gegraven had, de Floridsdorfer Arm, hoofdarm van de toenmalige Donau, tot 280 m. Daarmee was echter het probleem van de wijken in «Transdanubië», waar vooral boeren en arbeiders woonden, niet helemaal opgelost: ze kenden nog dramatische overstromingen in 1897, 1899 en 1954.
Daarom werd in 1975 parallel aan de Donau over 21 kilometer een 210m breed afvoerkanaal - de Neue Donau - gegraven die met sluizen met de hoofdstroom verbonden is. Deze sluizen gaan enkel bij hoogwater open. De Nieuwe Donau kan 5.000 m³/s verwerken. Samen met de andere Donau-armen komt men zo aan 14.000 m³/s wat overeenkomt met de milleniumoverstroming van 1501. In 1899, 1954, 1991, 2002 heeft men 10.000 m³/s gemeten, en op 5 juni 2013 11.000 m³/s. Om Wenen van overstromingen te vrijwaren heeft men het gebied voor Wenen overstromingsgebied gemaakt. De Donauradweg is voor een deel aangelegd op die zomerdijken. Het normaal debiet is 1.700 m³/s.
Tussen de eigenlijke Donau en de nieuwe Donau zijn eilandjes gevormd met het uitgegraven materiaal. Die zijn nu recreatiegebied dat dus overstromingsgebied is. Men heeft er wel een aantal constructies toegelaten die overstroombaar zijn en in 2013 ook effectief onder water stonden: de
de Sunken City in 2013
naam liegt er niet om: "Sunken City" en Copa Cagrana. 
Voorbij de Neue Donau ligt nog een dode arm: de Alte Donau. Dit is recreatiegebied geworden. De Obere Alte Donau gaat van de  Floridsdorfer Brücke tot de Kagraner Brücke; de Untere Alte Donau gaat van de Kagraner Brücke tot de Praterbrücke.
Geresumeerd: vanuit de binenstad heb je eerst het Donaukanaal, dan de Donau et de Neue Donau, en verder de Alte Donau.
Tussen de Neue en Alte Donau heeft men de Donauplatte of Donau City gebouwd.
Daar is de Donauturm – 250 meter hoog met de zendmast, met op 150 meter een platform en twee traag draaiende restaurants - vanwaar men een mooi beeld heeft op de stad et een wijde omtrek: bij mooi weer ziet men 80km ver en dus ook bijvoorbeeld Bratislava. Je kan er ook benjispringen en officieel in het huwelijk treden. Deze toren ligt in een mooi landschapspark.

De Kapuzinergruft

Paula en Sissi
De Kapuzinerkirche op de Neumarkt in de binnenstad zou je bijna voorbijlopen, als je niet wist dat hier het keizerlijke mausoleum “Kapuzinergruft" was. De Habsburgse keizers en keizerinnen werden hier begraven, met sommige van hun kinderen waarvan sommigen zelfs nog geen naam hadden.
Het keizerrijk is afgeschaft in 1918, maar deze macabere ceremonieën gaan nog verder: Zita werd in 1989 bijgezet. Zij was de laatste keizerin geweest. Maar Ottovan Habsburg die er in 2011 bijkwam na een uitvaart in de Stephansdom met de allures van een keizerlijke begrafenis is nooit keizer geweest. Hij was slechts de laatste Oostenrijkse kroonprins. Wat hem niet belet heeft zeer actief te zijn op de uiterste rechtervleugel van Europa. Valéry Giscard d'Estaing noemde hem ooit „Otto von Europa”.
Voor de rest zijn die keizers ook maar simpele mensen. Zo gaat het er aan toe: de ceremoniemeester klopt op de deur. De Kapucijn vraagt: “Wie is daar?” waarop de ceremoniemeester antwoordt: “Zijne keizerlijke, koninklijke en apostolische Majesteit, bij de gratie Gods Keizer van Oostenrijk, Koning van Hongarije, van Lombardije, van Venetië, Bohemen, van Dalmatië, Kroatië, Koning van Jeruzalem, Groothertog van Toscane en Krakau, enz., enz.” Stilte. ”Die kennen wij niet.” Wederom werd geklopt. “Wie is daar?” “De Keizer van Oostenrijk, de Koning van Hongarije …”. Stilte. “Die kennen wij niet.” Dan voor de derde keer geklop. “Wie is daar?” Ditmaal luidt het antwoord: “Een zondige ziel die hoopt op het erbarmen van de Eeuwige.” Pas dan gaan de deuren open en kan de stoet de kapel binnengaan. Ontroerend van simpelheid…
Er is zelfs een niet-Habsburger begraven: de gouvernante Karoline von Fuchs-Mollardt. Zo zie je hoe correct de Habsburgers omgaan met hun personeel. Om volledig te zijn: Karoline was wel gravin.
Keizer Franz Jozef en zijn Sissi liggen hier ook begraven.
En Marie Louise, dochter van de Oostenrijkse keizer, getrouwd met Napoleon. Zij volgde haar man niet in ballingschap en kwam terug bij haar vader wonen met een pakske, zoals wij zeggen: de zoon van keizer Napoleon en dus ook kroonprins. In het Verdrag van Fontainebleau (1814) werd vastgelegd dat Marie Louise haar keizerlijke titel mocht behouden, evenals die van hertogin van Parma, Piacenza en Guastalla, met haar zoon als erfgenaam.
Zij moest veel pluimen laten na Waterlo: het Congres van Wenen van 1815 liet haar slechts de titel van hertogin van Parma. Een vuile streek van de Franse onderhandelaar Charles-Maurice de Talleyrand-Périgord, « ci-devant évêque d'Autun ».  Haar regeerperiode zou eindigen wanneer zij stierf en opvolging door een familielid werd verboden. Haar zoon Napoleon II, l’Aiglon, de enige zoon van Napoleon Bonaparte, ontving in 1818 de titel van hertog van Reichstadt. Hij stierf jong en lag tot 1940 ook begraven in de kapucijnercrypte, tot Adolf Hitler zijn sarcofaag in 1940 overbracht naar de Dôme des Invalides in Parijs, langs zijn vader. Een fijngevoelig man toch, die Adolf ….
hommage aan Jozef II
De sarcofagen zijn het werk van grote beeldhouwers. Balthasar Ferdinand Moll  zette doodskoppen, rijkskronen en een treurend Oostenrijk rond het graf van Karl VI en maakte een dubbelbed voor Maria Theresia en Franz I. Lukas von Hildebrandt liet lauriergekroonde doodskoppen het graf van Leopold I bewaken en engelen bewaken Josef I.
Je hebt hier wel niet alles. Hart en ingewanden werden in aparte urnen gedaan. Voor de harten moet je naar de Loreto-kapel in de Augustijnerkerk, de hofkerk van de Habsburgers. Deze kapel is een kopie van het heilig huisje uit Nazareth. Hoe je een kopie kunt maken van iets wat waarschijnlijk nooit bestaan heeft moet je bij de ombudsman van de Habsburgers te rade.
Voor de ingewanden moet je naar de hertogencrypte in de Stephansdom. In die triperie vind je 64
koperen Intestina-urnen met ingewanden en 12 urnen met harten.
Die Kapuzinergruft is de titel van een grote roman van Joseph Roth. Hij druipt van nostalgie voor het keizerrijk, en daarom werd het laatste hoofdstuk in 1938, na de Anschluss,  in het buitenland uitgegeven onder de titel „Der schwarze Freitag“. Hitler kon die nostalgie niet in zijn kader passen. Het hoofdpersonnage Franz Ferdinand Trotta vertelt de ondergang van zijn geliefde Donaumonarchie en het einde van Oostenrijk als zelfstandige staat na de Anschluss. De roman eindigt op 12 maart 1938: hakenkruisvlaggen worden gehesen, de Nazis vallen binnen. De dode Kaiser ligt in de Kapuzinergruft. Trotta wil „in die Kapuzinergruft, wo seine Kaiser liegen“, maar de crypte is en blijft gesloten. De Roman werd onder de titel „Trotta“ verfilmd in 1971. Hierbij enkele uittreksels  http://www.youtube.com/watch?v=9PVHWbSMiMg
in het 'Herzgrüfterl
Dit toont dat die keizernostalgie in Oostenrijk heel wat verder gaat dan Sissi van de boekskes….

De Keizer-koster Jozef II

Ik wilde vooral Jozef II gaan groeten. De Brabanders hebben hem het leven moeilijk gemaakt met hun Brabantse Omwenteling. Hij probeerde ook de Pruisische koning te motiveren op de Luikse revolutie neer te slaan. Tevergeefs. Het is slechts na zijn dood op 20 februari 1790 dat zijn opvolger, de tactvolle keizer Leopold II zijn gezag met zachte middelen en lichte militaire druk kon herstellen.
Het was niet de eerste nederlaag van Jozef II. Frederik de Grote van Pruisen had zijn moeder Maria Theresia Silezië afgepakt. Jozef had heel lucied die nederlaag geanalyseerd: Pruisen was als staat veel sterker georganiseerd. Vanuit dit besef reeg hij als een gedreven man de hervormingen aan elkaar, in een hels ritme. Maar hij pakte ze wel van de verkeerde kant aan. Hij wilde het keizerrijk versterken door de macht (en rijkdom) van de kerk aan banden te leggen. Frederik de Grote noemde hem daarom smalend: Jozef mijn kozijn de sacristijn. Hij hield zich bezig met details zoals goedkope leren kazuifels, voor een goedkope kerk. En ook het beperken van het aantal kerkelijke feestdagen, kwestie van de jaarlijkse arbeidsduur te verlengen.
Jozef durfde niet raken aan de belangen van de heersende klasse: adel en kerk. En hij maakte ook wel eens een uitzondering voor zichzelf. In 1782 verbood hij het begraven in de kerk. In 1784 volgde het verbod op het begraven binnen de bebouwde kom en de verordening buiten de steden gemeentelijke begraafplaatsen aan te leggen, de zogenaamde ‘communale Friedhöfe’. Maar hij maakte wel een uitzondering voor de Kaisergruft: hij is ook in de crypte begraven. Alhoewel zijn sarcofaag heel sober is. Hij is trouwens de uitvonder van een herbruikbare doodskist die je kan bekijken in het begrafenismuseum (Bestattungsmuseum) waar je ook ʹreddingsklokkenʹ kunt zien waarmee doodgewaanden luid konden aangeven dat ze nog in leven waren.
Jozef II wilde ook het Duits als volkstaal promoten. Mozart schreef aan zijn vader: „als de keizer mij duizend gulden geeft schrijf ik hem een Duitse opera”. Het werd de  “Entführung”, een Duits Singspiel, anders gezegd zijn “Türkenoper”. Een probleem met dat Duits was dat het slechts de taal was van een kleine minderheid van zijn volk. Er werd in zijn rijk hongaars gesproken, en Roemeens, en kroatich en noem maar op.
Prater en lederhosen
Veel parken in Wenen zijn te danken aan Jozef II. Het Prater was een jachtterrein van de Habsburgers. Vroeger mocht alleen de adel er binnen, en slechts in mei, en dan nog «zonder pistool of hond». Jozef stelde dit park open voor het volk in 1766, maar verbood wel de toegang op zondagmorgen voor 10 u om de kerken niet leeg te laten lopen. Een zekere Gabor Steiner bouwde er in 1897 het groot rad. In 1938 werd Edward Steiner naar Auschwitz gevoerd waar hij stierf. In 1953 kregen zijn erfgenamen de attractie terug.
Ook de Augarten werd in 1775 opengesteld en Jozef liet demonstratief midden in het park een zomerhuis bouwen. In dit "Palais Augarten"  zitten vandaag de Wiener Sängerknaben. Ik hoopte een gratis concert mee te pikken van de Hofmusikkapelle met o.a. de Wiener Sängerknaben, het mannenkoor van de Wiener Staatsoper en musici van de Wiener Philharmoniker, het kan niet op) die elke zondag een mis verzorgen in de Hofburgkapel. Tot ik de prijzen zag: 35€!!! Voor een mis!
Hitler bouwde in de Augarten twee massieve Flakturm: luchtafweertorens. Die staan er nog altijd omdat het te duur is om ze af te breken. In 1946 staken kinderen twee wagons met munitie in brand met als enig gevolg een paar barsten in het beton en een stuk uit de muur.
In de Porceleinmanufactuur huisde kort het hoofdkwartier van de kommunistische partij.

Wenen en muziek

Er zijn verschillende manieren om de grote Weense componisten te ‘eren’. De goedkoopste is via een wandeling in het stadspark, met beelden van Schubert, Lehar, Stolz en Brückner, en als afsluiter een verguld Straussbeeld. Het Stadtpark in 1862 werd aangelegd in Engelse landschapstijl, aan weerzijden van de rivier de Wien.
Aangezien de meesten componisten veel verhuisden heeft iedere wijk wel zijn Mozart of Beethovenhuis. Op de meeste plaatsen is weinig te zien en sta je op 5 minuten terug buiten, wel vijf euro lichter.
Je kunt ook de ronde van de komponisten doen op de laatste verdieping van het Haus der Musik, het enige museum dat open is tot 22 uur, en ook het enige dat van 20 tot 22 uur maar de helft aanrekent van de gewone inkom van twaalf euro. Haydn, Mozart, Beethoven, Schubert, Strauß, Mahler, de tweede Weense School met Schönberg, Berg en Webern – ze worden allemaal door middel van historische documenten, modellen, kostuums, moderne installaties en persoonlijke voorwerpen voorgesteld. Films en databanken zorgen voor verdere educatieve beleving. ‘Educatieve beleving’: dat is tegenwoordig het modewoord, met de klemtoon op beleving. Ik associëer dat gemakkelijk met oppervlakkigheid. Maar ik zal wel een dagje ouder worden zeker…
In de Seilerstätte 30, waar oorspronkelijk de archieven van de Wiener Philharmoniker bewaard werden (in de voormalige vertrekken van de stichter van de Wiener Philharmoniker bevindt zich vandaag nog altijd het archief van dit wereldberoemde orkest) kan men op een unieke manier muziek beleven. Het is een modern, interactief museum dat al een paar prijzen heeft gekregen. Infotainment, edutainment en entertainment: het Haus der Musik heeft de pretentie deze drie principes te realizeren. Er zijn een paar spectaculaire acts, zoals de „Virtuele Dirigent“ waar men zelf de Wiener Philharmoniker dirigeren. In de speciaal daarvoor voorziene concertzaal kan men een stuk van het originele nieuwjaarscondert van de Wiener Philharmoniker beleven.  Sinds 1939 vormt het hoogtepunt van het culturele leven in Oostenrijk. Jaarlijks wordt het door meer dan 1 miljard mensen op televisie bekeken. Op het programma staat ook een weergave van het midzomerconcert in Schönbrunn.
Men kan zijn eigen wals componeren met een interactieve walsdobbelspel. Wolfgang Amadeus Mozart en Joseph Haydn experimenteerden reeds met muzikale dobbelspelen. 8 keer dobbelen en er ontstaat uit  8 toevallige melodieën een door jou gecomponeerde Wiener wals uit de 1,6 miljoen mogelijkheden. Voor mij niet erg overtuigend…
Ik hoopte dat men op het eerste verdiep mij de basisbegrippen van toon en klank zou uitleggen. Ik ben er niet wijzer door geworden: te moeilijk voor mij. In de Sonosfeer staat de zintuiglijke waarneming centraal. Daar kan men zijn verstand op nul zetten. Er is de „prenatale ruimte“.
Op het tweede zijn er alledaagse geluiden, waar men zelfs iets mee kan komponeren en op CD laten branden – interactief, nietwaar. In het „Stimmenmeer“ ontdekt men het geluid van de vroegste muziekinstrumenten. De „Brain Opera“ toont de nieuwste ontwikkelingen van het Massachusetts Institute of Technology. In het "Mind- Forest" worden je bewegingen en reacties versmolten met reacties van andere bezoekers in de "Future Music Blender": weinig overtuigend naar mijn smaak.
Interessant zijn de Zeitperlen, waar Johannes Deutsch muziek, zang en beelden door mekaar werkt
Stefan Obermayer maakt uit klassieke Musik Techno. Interessant!
Op het verdiep van de componisten een aantal hoorschelpen waar men de toenemende doofheid van Beethoven kann ervaren. Simpel maar spectaculair!
Je kan er zelf een variatie op Mozart componeren, op basis van een tekst die je inbrengt, en dat is meestal de naam. Bach begon sommige suites met BACH = sib la do si. Mozart experimenteerde met letters en klanken. Luister hier naar zijn alfabet.
De do ré mi fa sol la si sib is in het duits  C D E F G A H B.
Ik vond dat al die variaties op mekaar leken. Dat is natuurlijk te wijten aan het feit dat men alleen noten ‘componeert’ maar niet het ritme.
Maar als men wat dieper erop ingaat is de transcriptie door Mozart van tekst naar muziek niet zo evident. Remi Coulon bijvoorbeeld probeert het verband tussen wiskunde en muziek te vulgariseren.
Voor mij gaat dat mijn petje te boven. Tot hier het Huis der Muziek. 
Nu ga ik even dieper in op die Weense componisten. Ik begin logischerwijs met papa Hayden.

Hayden en het Kaiserhymne         

Oostenrijkers hebben een Kaisernostalgie.
https://www.youtube.com/watch?v=re2HbUi9jh4 Een zekere Haschka leverde Hayden de tekst voor wat het Oostenrijks volkslied zou worden tot 1918. Hayden componeerde zijn Kaiser Lied “Gott erhalte Franz den Kaiser” voor  Franz I van Oostenrijk. Hier in een gezongen versie https://www.youtube.com/watch?v=fnOAq9gOtyo
Vandaag zou hij tientallen processen voor plagiaat aan zijn been krijgen.
https://www.youtube.com/watch?v=WIu7HLTDLEI  Vanaf de 17° eeuw zong men in Engeland God Save the King, wat later het officieus Engels volkslied werd. De tekst werd wel een beetje aangepast tot God Save the Queen.
Hier uitgevoerd op de proms https://www.youtube.com/watch?v=OUTeRGigUjU
https://www.youtube.com/watch?v=PCsiJ_fasDk En hier Variaties op ''God save the King'' van Niccolo Paganini. Ook Beethoven schreef Variaties in do groot op God save the King.
De term ‘variaties’ is eerlijk. Maar Hayden plakte een andere naam op God Save the King en dit wordt volgens mij plagiaat.
Zijn Kaiserlied werd als het Lied der Deutschen  https://www.youtube.com/watch?v=C91u-j1po9o het Nationaal hymne van de jonge Bondsrepubliek. https://www.youtube.com/watch?v=2KxyhbgrLpA
https://www.youtube.com/watch?v=RlqU7CER18c&index=6&list=PL5BB6A08FC2B645A5 In 1947 probeerde de Oostenrijkse Ministerraad  het gebruik door Duitsland van het Haydnmelodietje te verbieden, op basis van het feit dat het lied een oud Oostenrijkse erfgoed is.

Hayden en het Ankeruhr: tijd voor een goede verzekering

Het Jugendstil Ankeruhr op de Hohe Markt is gemonteerd op  de Uhrbrücke, een gang van 10 meter tussen twee gebouwen van de Helvetia-Verzekering, opvolger van de Anker-Verzekering, vandaar Ankeruhr. Met zijn uurwerk wilde de verzekeringsmaatschappij op de vergankelijkheid van het leven wijzen en daarmee de mensen aansporen een goede verzekering te nemen: productplacement avant la lettre.
Het uurwerk heeft een indrukwekkende diameter van vier Meter. Om 12 uur paraderen een aantal figuren met muziek. De laatste figuur is Josef Haydn maar de melodie van zijn Kaiserhymne werd onder de Republiek als politiek niet correct afgevoerd https://www.youtube.com/watch?v=gQzaKNxBjlk  en vervangen door een stuk uit de schepping « die Himmel erzählen die Ehre Gottes ».
Hierbij in orkest- en kooruitvoering https://www.youtube.com/watch?v=9LMsYlyAvC0

Ludwig van Beethoven: Pastorale en Eroica

Beethoven stierf in Wenen in 1827. Nussdorf ligt twee haltes voorbij het Karl Marxhof. Hier componeerde hij zijn pastorale. In Wenen is het groen nooit ver weg: van daaruit vertrekt de Beethovengang langs een lieflijk beekje naar Grinzing. Nusdorf en Grinzing zijn twee heurigerdorpjes. Het laatste  is meer toeristisch. Sedert Beethoven moet men nog een goed stuk de Kahlenberg opgaan om een terrasje te vinden langs de wijngaarden. Wij hebben afgehaakt aan de Beethovenruhe: ook op dat vlak kan Beethoven ons inspireren. Wij zijn tenslotte in de Ruhestand…
Ook de Heuriger zijn te danken aan keizer Jozef II die in 1784 verordende dat men zijn eigen wijn en producten mocht verkopen, daar waar de adel probeerde het monopolie op te eisen van de wijnverkoop. In Grinzing ligt het historische Passauerhof voor wie de rit Passau-Wenen in het glas wil overdoen. Dit hof leverde de wijn voor het  „St. Nikolausklooster” van Passau en dateert van de 12.de eeuw.  Maar de 12 apostelkelder op honderd meter van de dom, in het centrum van Wenen, is ook en Heuriger, en niet duur daarbij. Een dagschotel kost er tussen 12 en 15 uur 7 euro.
Beethoven had een haat-liefdeverhouding met Napoleon. Zijn vijfde Piano Concerto https://www.youtube.com/watch?v=7EcERd6E0ws  wordt het Keizersconcerto genoemd. Hoewel dat voor Beethoven de laatste persoon was die hij wilde eren wanneer hij in 1809 zijn concerto schreef. In mei 1809 belegerde Napoleon Wenen en het huis van de componist lag in de vuurlinie, zodat hij bij zijn broer moest intrekken.
Toen hij in 1804  zijn 3°  Symfonie, de "Eroica," begon te schrijven was Buonaparte eerste consul en Beethoven bewonderde hem. Op ieder titelblad van het manuscript stond bovenaan "Buonaparte" en onderaan "Luigi van Beethoven".  In het Haus der Musik zagen wij (een copie van) een manuscript van de Sinfonia Grande Intitulata Bonaparte. Maar toen hij vernam dat Napoleon zich Keizer had laten kronen heeft hij de naam Bonaparte  zo heftig doorstreept dat het papier gescheurd is: "Nu wordt hij een tiran zoals al de anderen. Nu zal hij alle mensenrechten met de voeten treden," zei hij. Wat niet slecht gezien was. Op dat moment werd het dus de "Sinfonia Eroica." Zijn breuk met Napoleon werd wel wat vergemakkelijkt toen zijn mecenas Prins Joseph Frans Lobkowitz hem 400 dukaten bood om die aan hem op te dragen.

Johann Strauss Sr., zijn stamboom en zijn Radetzky Mars

Vader Strauss was een man van recht en orde. In het revolutiewonderjaar 1848 componeerde hij zijn «Radetzky mars» voor de triomftocht van maarschalk van 82 jaar na zijn overwinning op de eerste Italiaanse revolutie bij Custozza. http://www.youtube.com/watch?v=FHFf7NIwOHQ  Hierbij als afsluiter van het nieuwjaarsconcert in 1987, met Herbert Von Karajan.
De nazis zetten hem dan ook op een voetstuk. In het Anschluß -nummer van 1938van "Der Stürmer" werd  Johann Strauß gevierd: "Er is waarschijnlijk geen andere muziek die zo duits en volks is, als die van de grote walsenkoning."
In dezelfde periode vernam  de Reichskulturkammer in Berlin van het  Wiener Gausippenamt dat de Straußstamboom niet raszuiver was.  Goebbels verklaarde dit onderwerp tot "Geheime Reichssache". In het  huwelijksregister Nr. 60 van de St. Stephanparochie van 11 februari 1762 staat op blz. 210 op de trouwacte van de grootvader van Johann Straus Sr ”gedoopte jood”. En op 10 Oktober 1764 melde Johann Michael Strauß in Leopoldstad de geboorte van zijn zoon Franz  die volgens de bruine rassenleer "Halfjood" of "Mengeling 1° Graad" was. Volgens de nationalsocialistische rassenleer was  Johann Strauß van Duitsen bloede want "Achteljuden" werden niet geregistreerd. Maar Goebbels was er niet gerust in en liet de oorspronkelijke parochieboeken naar Berlin halen en gaf een fotokopie terug zonder de huwelijksakte. Een kwart eeuw later groef een stamboomdeskundige dit dossier opnieuw op.
Johann Strauss Junior aan wie wij de mooie blauwe Donau danken had revolutionnaire sympathiën In het revolutiejaar 1848 had hij ernstige moeilijkheden met de politie, omdat hij de Marseillaise deed spelen.
En daar hield het niet mee op; hij componeerde Revolutions-Marsch, op. 54; en de Studentenmars http://www.youtube.com/watch?v=8jQecKd42Lo
En de Barrikadenlieder of freiheitslieder http://www.youtube.com/watch?v=IT9Y-n5Imjw
Hij schreef ook de Flugschriftenwalsen, op. 300, te fluiten bij het bussen of tracten…
De satirische polka Liguorianer Seufzer viseerde dan weer de Liguorianen of Redemptoristen http://de.wikipedia.org/wiki/Redemptoristen  of donderprekers   http://www.youtube.com/watch?v=zvI7U1DDsYE 
Samen met de Jezuïeten vormden zij een hoeksteen van Metternichs politiestaat. Op 6 april 1848 verdreef het volk dan ook de redemptoristen uit het klooster Maria am Gestade en uit hun klooster am Rennweg. De Nationale Raad van Frankfurt besloot zelfs de Jezuïeten en Redemptoristen voor eeuwig uit Duitsland te verbannen. Eind mei 1848 werden ze ook uit Linz verdreven.
Later probeerde Strauss jr. zich te doen vergeven met zijn "Kaiser Franz-Josef Marsch" Op. 67 and the "Kaiser Franz Josef Rettungs Jubel-Marsch" Op. 126,

Volkstuintjes en Revolutiejaar 1848

In het Revolutiejaar 1848 beroerden een reeks opstanden grote delen van Europa. In Frankrijk riep de Lamartine de Tweede Franse Republiek uit. In Oostenrijk en Hongarije brak de Maartrevolutie uit, tegen kanselier Klemens von Metternich, die een reactionair beleid voerde namens keizer Ferdinand I. Metternich ontvluchtte de stad en Ferdinand beloofde een nationale vergadering bijeen te roepen.
De Weense Oktoberopstand werd bloedig neergeslagen. Maar toch vond keizer Ferdinand het raadzaam troonsafstand te doen ten gunste van zijn 18-jarige neef Frans Jozef I, die met Russische hulp de orde herstelde.
Het Schmelzer Friedhof is het Weense Père Lachaise: daar zijn 35 slachtoffers van de  Revolutie van 1848 begraven, nadat op het kerkhof zelf hard gevochten was tussen revolutionairen en keizerlijke troepen. In 1888 kregen ze een eregraf op het Zentralfriedhof.  Het „Märzpark“ is in 1928 aangelegd op een deel van het Schmelzerkerkhof.  
Wij zijn op DER SCHMELZ" (15 bezirk) terechtgekomen voor de volkstuintjes. De Schmelz  is met zijn 659 tuintjes een van de grootste volkstuinen van Europa. Daar wilde ik dus naar toe. Wat een ontgoocheling! De schrebergartenbeweging of volkstuinen is in Oostenrijk heel sterk geweest.
Maar het basisidee is fel verwaterd, met de privatisering van de percelen. Er wordt nog weinig getuinierd en de meeste gebouwtjes zijn in steen: eigenlijk een buitenverblijf in de stad. De paden zijn niet meer toegankelijk voor het publiek. Er bleef ons dus niets anders over als eens (goed) gaan eten in het Schutzhaus Zukunft Bierlokal en Gastgarten auf der Schmelz...
En hierbij zijn wij rond met het Wenen van de muziek, van de keizers en de volkstuintjes. In Deel II bekijken wij de architectuur en de musea.



Aucun commentaire: