mercredi 11 décembre 2013

Valencia: een budgethotel in een paleis van de achttiende eeuw.

Innsa hostel c/baja
Net terug van een kleine citytrip van vijf dagen in Valencia. Paula had het budgethotel Innsa opgesnord, calle Baja. Ik groeide ook op in de Leegtestraat… Een budgethotel in een paleis van de achttiende eeuw. Een monument met hetzelfde niveau 1 van bescherming als de kathedraal van Valencia ! En met de achttiende eeuw doen de eigenaars Juan en Teresa een understatement: we logeerden in het huis van de schilder Juan de Juanes, de Raphael van Valencia . En hiermee zijn we in 1550 ! De straat noemde op dat moment wel de calle Caldedería.
Juan de Juanes inspireerde Dan Brown voor zijn Da Vinci code. Op zijn Laatste avondmaal (afkomstig van een kerk in Valencia en nu op een ereplaats in het Prado) staat de heilige graal (trouwens nog altijd te bezichtigen in de schatkamer van de katedraal). À propos: merk ook de rosse Judas (Juan de Juanes is niet de enige die rostekoppen naar de hel verwees).
 Santa Cena con María Magdalena?
Maar een paar Dan Brownfanaten hebben er zelfs een Maria Magdalena bij gefotoshopt. Let wel: de vervalsing is heel handig opgezet. Ze situeren het werk in de Kerk van SintPietersmartelaar (Iglesia Parroquial de San Pedro Mártir y San Nicolás Obispo) waar effectief vier schilderijen van Juan hangen.
Het hotel hangt trouwens vol met schilderijen (hedendaagse) .
Tot in 2011 was er de Casa Insa gehuisvest (het hotel noemt Innsa, met twee n). Het gebouw moet voor animatie gezorgd hebben in de wijk;  klik hier voor het laatste concert. Er moet een tentoonstellingsruimte geweest zijn en een ropería die kostuums verhuurde voor de  Fallas en het feest van Corpus Christi. In het museum van de Rocas, juist achter de hoek, c/ Roteros, 8,  kan men een aantal reuzen en processiewagens zien, de moeite waard (evenals het galliciaans restaurant l’Aplec vlakover N°9).
Op de binnenplaats van het hotel staat een schild en een rok die men kan aantrekken voor een foto. Een knipoogje naar de roperia waarvan de klerencollectie na desluiting gedeponeerd zijn in het Museu Valencià d'Etnologia.
Rocas muzeum
In de Calle Museo, vijftig meter van ons hotel, toont onze gastvrouw Teresa ons "La Gatera” of “Casa de los Gatos ", het kattenhuis. Dit huisje is een Calatrava waard. Een (kleine) azulejos ” A la memoria dels cuatre gats que quedaren al Barri del Carme l’any MXCIV. Mai se les va a sentir un mia mes alt que altre”. Ik vertaal dat als volgt : " Ter nagedachtenis van de enige vier katten die in 1094 in de Karmelietwijk overbleven. Nooit hoorden wij een miauw hoger dan de andere. " Een model kattengezin? In 1094 zouden volgens Teresa door een plaag alle katten van Valencia omgekomen zijn, behalve vier. Met als gevolg een
echte muizenplaag. Sedert 1094 zouden de buurtbewoners die vier katten verzorgd hebben. Een mooi verhaal, en een mooie azulejos. Maar wat gebeurde er in het jaar 1094? Googelman leert mij dat 1094 het jaar is van het beleg van Valencia door el Cid Campeador! Dat beleg duurde negen maanden, en de honger was zo erg dat bijna alle katten werden opgegeten (behalve dus die vier). 
Deze azulejo is geen duizend jaar oud. Wat kan die mens bezield hebben die dit tegeltje heeft laten maken, om daarin een verwijzing na te laten aan het beleg van de stad? Het is trouwens de enige toeristische referentie – als men dit monumentje van een halve meter hoog waar men als toerist zo voorbijloopt zo mag
noemen-  naar El Cid in Valencia, en dan moet je nog weten waarnaar dat jaartal verwijst! Over de Cid is in  1961 een film gemaakt die onze generatie begeesterde,  met Sophia Loren et Charlton Heston. In het duizendjarige historische epos CANTAR DE MIO CID van 1140 staan 130 referenties naar Valencia.
Je hebt Sophia Loren als de mooie Ximena waar je als toeristische dienst de hoofden op hol kunt laten slaan; je hebt een epos van de wereldliteratuur waar je stad honderddertig keer vernoemd wordt. En dan doe je daar niets mee. Integendeel, je steekt je tot over de oren in de schulden om aan een scheve architect totaal onfunctionele bouwsels neer te plaatsen, die op de koop toe bij de minste regen onder water lopen.
De dochters van El Cid
Om volledig te zijn vermeld ik het schilderij Las Hijas del Cid, in 1879 geschilderd door de lokale schilder  Ignacio PinazoMaar ik heb nog niet kunnen uitvissen waar hetzou kunnen hangen. Dus men doet daar ook niets mee. Wat trouwens geen enkel belang heeft aangezien het onderwerp « dochters van de Cid » enkel een aanleiding was om in het puriteinse Spanje twee naakten te schilderen.
Zou het dan kunnen dat Spanje problemen heeft met zijn verleden? Zou het kunnen dat El Cid Campeador na een milennium nog altijd geweerd wordt omdat hij in de feiten (en dat is natuurlijk niet wat de film vertelt), een collabo van de Moren was? Wat voor mij niets negatiefs heeft: al Andaluz was veel multicultureler dan vele huidige landen. Hij veroverde Valencia met de hulp van de emir van Zaragossa en de walis van Jàtiva, Murviedro et Denia. Hij bleef er aan de macht dank zij akkoorden met de taifas, de Moorse koninkrijken. En el Cid komt van de naam sidi die de muzelmannen hem gaven! Het is een wonder dat de Inquisitie zijn knoken niet heeft opgegraven om ze op een brandstapel te gooien. Ze hebben het met anderen voor veel minder gedaan.
Wat er ook van zij: deze situatie is hiermee rechtgezet; al wie MXCIV op de azulejos van het casa del Gats  weet hiermee dat dit het hongerjaar is van het beleg door el Cid Campeador. Ik besluit deze blog met de laatste verzen van “el cantar del mio cid »:
Pasó de este mundo el Cid, el que a Valencia ganó:
en días de Pascua ha muerto, Cristo le dé su perdón.
También perdone a nosotros, al justo y al pecador.
Éstas fueron las hazañas de Mío Cid Campeador:
en llegando a este lugar se ha acabado esta canción.
Zo verliet de Cid, die Valencia veroverde, deze wereld:
hij stierf op Pasen, moge Christus hem vergeven.
Zoals hij aan ons vergeeft en aan de rechtvaardige en aan de zondaar.
Dit zijn de heldendaden van el Cid Campeador:
En om hier uit te komen ben ik dit epos begonnen.
En zo ben ook ik, met mijn casa del gats, uitgekomen op el Cid Campeador, alias Rodrigo Díaz de Vivar . En ik wens hem zoals een kat negen levens toe.
in het fallasmuzeum

Aucun commentaire: